Ambassadeurs

Mathijs: ‘Ik vond mijn droombaan door mijn ziekte’

“Het is nog steeds de realiteit dat je makkelijk over je fysieke ziektes praat, maar niet over je depressie”, vindt Mathijs. “Ik zou het heel tof vinden als iedereen open kan zijn en je begrepen wordt. Dat je je nergens voor hoeft te schamen. Er zijn zoveel mensen die iets kwetsbaars in hun leven hebben meegemaakt of van heel dichtbij, waar niet over gesproken wordt.”

“Tijdens mijn afstuderen in 2012 werkte ik op Lowlands. Daar kreeg ik voor het eerst een psychose. Een collega merkte verward gedrag bij me op. Zelf had ik door dat ik niet normaal functioneerde, maar ik kon het niet veranderen. Ik werd opgehaald door een politiebusje en voelde al snel het eerste stigma, ‘hij zal wel drugs hebben genomen’. Het gaat natuurlijk over interpretatie van gedrag, dat snap ik. Op zo’n moment is het ook ingewikkeld voor beide kanten, maar toch vervelend.”

VERKEERDE INTERPRETATIE

“De trigger voor mijn psychose bleek een combinatie van fysieke en mentale uitputting te zijn door mijn afstuderen. Tijdens mijn studie heb ik veel nachten doorgewerkt. Ik kon dan veel werk verzetten. Dit heeft zijn voordelen, maar moet wel binnen de perken blijven.”

Niet onbegrijpelijk, wel onhandig.

“Om tot rust te komen ben ik eerst een maand bij mijn ouders geweest. Maar ik bleef psychotisch. Toen ben ik twee maanden opgenomen geweest in een kliniek. Gelukkig sloeg de medicatie goed aan. Mijn ouders trokken wel aan de bel toen ze vonden dat ik in een zombie veranderde. Daar lag toch ook weer stigma aan ten grondslag. Ik had altijd een boekje bij me waar ik veel in schreef en tekende. Dat werd gezien als teken dat ik nog psychotisch was. En niet gekoppeld aan mijn professionele wens om ontwerper te zijn. Ook hier zie je dat het een interpretatie is op basis van gedrag. Niet onbegrijpelijk, wel onhandig.”

TIJDENS HERSTELTRAJECT VOND IK MIJN DROOMBAAN

“Na mijn ontslag uit de kliniek heb ik een hersteltraject gevolgd via de ggz in Rotterdam. Hier ben ik heel goed terechtgekomen. Het programma heeft me op alle facetten van mijn leven handvatten gegeven om mijn leven verder vorm te geven. Waaronder ook een traject naar betaald werk. Eerst leverde dat niet veel op, in een jaar tijd had ik vijf verschillende begeleiders. Uiteindelijk heb ik via mijn laatste jobcoach mijn droombaan gevonden.”

“Ik werk als game designer en maak games met een leerdoel voor verschillende bedrijven. Vaak gaat het om een gedragsverandering die bereikt moet worden bij studenten en jongeren. Of om het leren van vaardigheden. Met bewegende onderdelen in de games zorg ik ervoor dat die doelen gehaald worden.”

MANISCHE PERIODE

“Tijdens mijn hersteltraject heb ik nog een manische periode gehad. Aan de ene kant vond ik het fijn. Je voelt je goed, bent sociaal en kunt de hele wereld aan. Zelf had ik het wel iets door en heb ik tegen iemand gezegd: ‘Het lijkt nu of ik manisch ben, eigenlijk ben ik psychotisch’. Je gelooft zo in jezelf en dat is een heerlijk gevoel.”

“Gelukkig trokken mijn ouders ook hier aan de bel. Ik wilde niet weer de kliniek in. Een jaar daarvoor was ik, volgens protocol, gestopt met de medicatie. Toen ik daar weer mee startte, dempte het mijn stemming en voelde ik me snel weer goed. Dit bevestigde dat medicatie voor mij goed werkt.”

ANDEREN HELPEN IS MIJN DOEL

“Tijdens mijn herstel was voor mij duidelijk dat ik mijn ervaring graag met anderen wilde delen om te kunnen helpen. Dat was mijn doel. Dit heb ik gedaan bij Parnassia in Den Haag, waar ik als ervaringsdeskundige over mijn ervaringen vertelde. Daar kwam ik in contact met een ambassadeur van Samen Sterk zonder Stigma. Sindsdien vertel ik mijn ervaringsverhaal bij opleidingen van artsen en deskundigen. Om perspectief te geven en zoveel mogelijk stigma te helpen voorkomen.”

Stigma leeft bij iedereen. Het hoort er gewoon bij.

“Daarnaast geef ik gastlessen op middelbare scholen, bij het vak maatschappijleer bijvoorbeeld. Daar ga ik in op wat je denkt dat stigma’s zijn. Aan het einde van de les vraag ik de scholieren altijd wat hun verwachting vooraf was van het uur. ‘Dat er een stelletje mongolen zouden komen’, werd een keer gezegd. ‘Is dat nu veranderd?’, vroeg de docent. ‘Ja, het zijn gewoon hele normale mensen’. En precies daar doe ik het voor. Stigma leeft bij iedereen. Het hoort er gewoon bij. Als je hulp nodig hebt, dan kan dat en kun je een leuk en interessant leven hebben. Het normaliseert.”

VEEL VOLDOENING

Het ambassadeurschap geeft Mathijs veel voldoening. “Ik vind het heel tof om te doen en het helpt in de bespreekbaarheid. Dat je het makkelijker kunt maken voor anderen. Door er open te zijn en erover te praten.”